Japanese English Spanish French German
Listen to this story (English).
Sommigen noemen het misschien een gek idee. Anderen kunnen zeggen dat het een uitdrukking is van wanhoop over het gebrek aan actie tegen klimaatverandering. Ondanks de spijtige toon zijn deze opmerkingen echter afkomstig van onderzoekers die verder onderzoek willen naar de vraag of klimaattechnologie een deel van het antwoord kan zijn om de opwarming van de aarde tegen te gaan.
Klimaattechniek, of geotechniek, is een brede term die een reeks mogelijk grootschalige ingrepen in het klimaat van de aarde kan omvatten. Het doel ervan is om de opwarming tegen te gaan of om te keren. In één concept dat door onderzoekers werd overwogen, spoten vliegtuigen reflecterende aerosoldeeltjes in de stratosfeer om wat zonlicht terug de ruimte in te kaatsen. Dit zou het koelende effect nabootsen van sulfaatdeeltjes die bij vulkaanuitbarstingen worden uitgestoten. Een dergelijke inspanning zou waarschijnlijk een doorlopende handeling zijn en moet wereldwijd gecoördineerd worden om effectief te zijn.
Dit klinkt misschien als een dramatische of riskante aanpak, maar voorstanders van verder onderzoek zeggen dat de enige reden waarom er over wordt nagedacht, is dat de politieke leiders van de wereld er niet in zijn geslaagd de broeikasgasemissies genoeg te verminderen om de meest ernstige gevolgen van een heter klimaat te voorkomen.
“Ik vond het idee van geotechniek altijd gestoord – en dat is het,” zegt professor John Moore, die een geotechniek onderzoeksprogramma leidt aan de Beijing Normal Universiteit.
“Geen verstandige gemeenschap kiest voor geotechniek. Het feit dat we het moeten overwegen is omdat de juiste koers meer durf vereist dan de politieke leiders van de wereld hebben. Daardoor zijn we in deze situatie beland.”
Andy Parker, honorair onderzoeksassistent aan de Universiteit van Bristol, zegt in een Skypegesprek met Global Ground Media dat het Akkoord van Parijs van 2015 om de uitstoot wereldwijd te verminderen “een absoluut cruciale noodzakelijke stap voorwaarts voor het klimaatbeleid” was. Hij waarschuwt echter dat, zelfs als landen hun uitstoot met de beloofde hoeveelheden zouden verlagen, de wereld op hetzelfde spoor zou blijven om meer dan 3 graden Celsius warmer te worden dan de temperaturen van het pre-industriële tijdperk.
In het Akkoord van Parijs hebben landen beloofd de toename in temperatuur wereldwijd “ver onder” 2 graden Celsius te houden en tegelijkertijd proberen het tot 1,5 graden Celsius te beperken.
Elk land dat de overeenkomst ondertekende, behield echter de vrijheid om zijn eigen emissiereductiedoelstellingen te bepalen, en de Verenigde Staten onder president Donald Trump hebben zich sindsdien teruggetrokken uit het akkoord. Volgens een analyse van de Climate Action Tracker wordt verwacht dat het huidige beleid overal ter wereld “resulteert in een temperatuurstijging van ongeveer 3,3 graden Celsius boven het pre-industriële niveau”.
Op het scherm zit Parker voor een verzameling botten van de lang uitgestorven sabeltandtijger van het Departement Aardwetenschappen van de Universiteit van Bristol. Hij overweegt nu het risico van klimaatverandering voor de mensheid en benadrukt de omvang van de noodsituatie: “Ik denk dat het feit dat mensen SRM [zonnestraling beheer] bestuderen, serieus nadenken over zonblokkering, een uitdrukking is van wanhoop over de toestand van het klimaatrisico.”
Hij vervolgt: “Het feit dat we al decennialang bekend zijn met klimaatverandering en mensen toch niet snel genoeg actie hebben ondernomen, dat ze uitstoot niet ver genoeg en snel genoeg verminderd hebben, om te voorkomen wat het een behoorlijk hoog klimaatrisico lijkt … dat heeft ervoor gezorgd dat mensen naar deze alternatieve benaderingen gaan kijken.”
Parker is ook projectdirecteur van het SRM Governance Initiative dat tot doel heeft discussies te voeren over hoe dergelijke voorstellen zouden moeten worden beheerd indien geïmplementeerd – een enorme taak gezien de concurrerende belangen van landen over de hele wereld. Het initiatief is een internationaal project op basis van The World Academy of Sciences in Triëst, Italië, en het Environmental Defense Fund in San Francisco, VS. Het initiatief heeft onlangs aan acht onderzoeksteams subsidies toegekend om de impact van dergelijke interventies op ontwikkelingslanden en opkomende economieën te beoordelen, omdat ook hun stemmen deel moeten uitmaken van het wereldwijde klimaatgesprek.
“Simpel gezegd doet zonne-geotechniek er meer toe in ontwikkelingslanden,” zegt Parker terwijl hij de achterliggende gedachte van de recente onderzoekfocus uitlegt.
“Kenmerkend is dat ontwikkelingslanden vooraan staan bij klimaatverandering en daarom, als SRM echt goed werkt, het meeste voordeel krijgen. Als het fout gaat en er vreselijke bijwerkingen enzovoort zijn, dan hebben ontwikkelingslanden het meest verliezen, omdat ze meestal minder bestand zijn tegen veranderingen in het milieu dan ‘s werelds rijkste landen. Daarom moeten ontwikkelingslanden een centrale rol spelen in het onderzoek, de discussie en de evaluatie van geotechniek, maar tot op heden heeft het grootste deel van het onderzoek plaatsgevonden in de rijke landen.”
De acht modelleringsprojecten zullen in totaal 430.000 Amerikaanse Dollar aan subsidies delen die door het Developing Country Impacts Modeling Analysis voor SRM (DECIMALS) fonds van het SRM Governance Initiative, dat steun kreeg van het Open Philanthropy Project, worden verstrekt. De projecten zijn geselecteerd uit 75 voorstellen uit 30 landen.
Ieder project heeft een andere focus om de voor- en nadelen van geotechniek voor hun land of regio te onderzoeken. Onderzoekers benadrukken dat ze geen experimenten buiten zullen uitvoeren, maar alleen computermodellen gebruiken om de potentiële impact te berekenen.
In Indonesië, bijvoorbeeld, zal een onderzoeksteam beoordelen hoe klimaattechnologie de frequentie van overstromingen en droogte in het land kan veranderen. Het team, dat is gebaseerd op het Sepuluh Nopember Instituut voor Technologie in Surabaya, Oost-Java, zal ook de mogelijke impact op de hittestress-index onderzoeken, een maatstaf die niet alleen rekening houdt met temperatuur, maar ook met vochtigheid. Wanneer de index hoog is, kunnen mensen kwetsbaar zijn voor hittestress, een potentieel gevaarlijke situatie die kan leiden tot uitdroging en zelfs dood.
“Door klimaatverandering komen overstromingen op veel plekken in Indonesië vaker voor tijdens het regenseizoen door zware neerslag [regen],” legt de hoofdonderzoeker van het project uit, Heri Kuswanto, die ook coördinator is van de Klimaatveranderingsgroep op het Sepuluh Nopember Instituut voor Technologiecentrum voor Aarde, Rampen en Klimaatverandering.
“Tegelijkertijd wordt droogte in sommige delen van Indonesië steeds heviger en langduriger.”
Kuswanto zegt dat onderzoek essentieel is voor Indonesië, omdat het een van de meest kwetsbare landen is voor de gevolgen van klimaatverandering. “Het verschuiven van de seizoenen, langdurige droogte, hogere intensiteit van extreme regenval zijn [enkele voorbeelden van] bewijs voor de invloed van klimaatverandering,” zegt hij. “Dat is wat er nu al gebeurt. Ook wordt Indonesië steeds warmer en warmer. Als we niets doen om de toenemende temperatuur te stoppen, wat gebeurt er dan in de komende 50, 70 jaar? Wat gebeurt er met onze kinderen? Wat zal er gebeuren met andere dieren?”
Kuswanto waarschuwt echter dat het onderzoek niet bedoeld is om de inzet van klimaattechnologie te ondersteunen. In plaats daarvan staan de onderzoekers ‘in het midden’ en willen ze aangeven of dergelijke interventies een positieve of negatieve invloed zouden hebben op extreme temperatuur- en neerslagveranderingen. “Als het positief is, zal het een wetenschappelijke onderbouwing bieden om SRM voort te zetten. Als dat niet het geval is, moet mogelijk een andere strategie worden onderzocht,” zegt hij.
Klimaattechnologie zal besluitvormers waarschijnlijk met een reeks moeilijke compromissen confronteren – een punt dat misschien wordt geïllustreerd door de gevolgen voor de gezondheid die zullen worden overwogen door een ander door DECIMALS gefinancierd onderzoeksproject in Bangladesh.
Een vermindering van hittegolven en overstromingen kan de verspreiding van cholera in Bangladesh tegengaan, maar overmatige afkoeling kan ook de prevalentie van malaria verhogen. Het onderzoeksteam, gebaseerd op het Internationale Onderzoekscentrum voor Diarree Ziekte in Dhaka, zal verschillende scenario’s voor temperatuur- en neerslagniveaus bekijken en vervolgens analyseren wat dat zou betekenen voor de volksgezondheid.
Onderzoeker Mohammed Mofizur Rahman, die mede-onderzoeker is van het project, zegt dat hij een meta-analyse heeft gezien die suggereert dat het temperatuurtolerantievenster voor de malaria-vector (drager) aan het veranderen is. Het onderzoeksteam zal onderzoeken wat dit betekent voor malariatransmissie als SRM wordt geïmplementeerd. “Dus, willen we het testen in computersimulaties.”
Net als de andere onderzoekers zegt Rahman dat hij noch voorstander, noch tegenstander van klimaattechniek is; hij wil bijdragen aan een goed geïnformeerd debat.
Bangladesh, een van de meest klimaatgevoelige landen, moet een eigen onderzoekbasis ontwikkelen om ervoor te zorgen dat het beslissingen kan nemen die rekening houden met lokale impact, voegt hij toe.
“De mensen die de echte gevolgen dragen – hun stem wordt niet gehoord,” zegt Rahman.
Parker beschrijft het Bangladesh-project als “een mooie kleine microkosmos voor de analyse van al het SRM zelf, in de zin dat ze zorgvuldig door de complexe potentiële voordelen en risico’s zullen werken en ze zullen vinden dat het niet alleen maar voordelen oplevert, maar ook dat het niet alleen maar een risico is.”
In plaats daarvan geeft Parker toe: “het is waarschijnlijk een rommelig gemengd beeld. Uitzoeken wie het kan helpen of schaden en waar en wanneer is een goede eerste stap om een geïnformeerde evaluatie te kunnen maken.”
Moore, van de Beijing Normal Universiteit, zal als onderzoekmedewerker dienen voor de DECIMALS-projecten, die de teams helpt om te begrijpen hoe de bestaande klimaattechniekmodellen kunnen worden gebruikt en hoe ze deze kunnen toepassen op hun eigen onderzoeksvragen.
“Ik denk dat het gesprek dat tot nu toe heeft plaatsgevonden veel te veel vanuit het Westen is geweest,” zegt Moore. “En ik denk dat de stemmen van de mensen die zeer sterk worden beïnvloed door de klimaatverandering absoluut veel harder gehoord moeten worden dan ze tot nu toe zijn geweest.”
—
Article by Daniel Hurst.
Editing by Mike Tatarski.
Video editing by Katya Skvortsova.
Illustrations by Imad Gebrayel.
Animation by Denis Chernysh.
Global Ground is investigative, independent journalism. We’re ad-free and don’t sell your personal data, so we mainly depend on donations to survive.
If you like our stories or think press freedom is important, please donate. Press freedom in Asia is under threat, so any support is appreciated.
Thanks in advance,
The Global Ground Team
You must be logged in to post a comment.