19 min read

Desinformatie in Azië aanpakken voorafgaand aan belangrijke verkiezingen

Desinformatie in Azië (long-form)

29 April 2019

Spanish   French   German   English

Listen to this story. 

Overheden in Azië, met name in Thailand, Indonesië, Japan, de Filipijnen en India, overwegen verschillende manieren om het probleem van desinformatie op sociale media aan te pakken, vooral in voorbereiding op cruciale verkiezingen in 2019.

Waarnemers merken echter op dat hun strategieën en slagingspercentages in het bestrijden van dit probleem aanzienlijk uiteenlopen. De strijd tegen online desinformatie en misinformatie wordt verder versterkt door het gebrek aan volledig ontwikkelde democratieën in de regio.

Dr. Masato Kajimoto, een professor journalistiek aan de Universiteit van Hong Kong en coauteur van een paper over het onderwerp, getiteld Information Disorder in Asia, legt uit hoe de mate van wetgeving tegen ‘nepnieuws’ in deze landen geworteld is in hun specifieke politieke klimaat. Hij zegt dat Thailand en Indonesië wetten tegen desinformatie hebben geïntroduceerd en uitgevoerd die misbruikt kunnen worden om oppositie de mond te snoeren.

Tegelijkertijd, zegt hij, hebben landen als Japan en de Filipijnen een terughoudende aanpak genomen; de eerste omdat de impact van desinformatie op sociale media er relatief klein is, de laatste omdat de overheid hun gestage stroom van eigen propaganda wil handhaven, vat Kajimoto samen.

“We moeten ons blijven inspannen om dit [probleem] aan te pakken, maar de regio in zijn geheel moet eerst meer vrijheid krijgen,” vertelde Kajimoto Global Ground Media. “Er is nog steeds niet veel democratie of complete persvrijheid in Azië. Ik ben overwegend pessimistisch over de toekomstige strijd tegen desinformatie in de regio omdat de vrijheid van meningsuiting altijd enigszins beperkt is.”

Het Criminaliseren van ‘Nepnieuws’

Wereldwijd hebben minstens 30 landen een poging gedaan wetgeving tegen desinformatie in te voeren sinds 2016, volgens een onderzoek van de Universiteit van Oxford uit 2018.

De onderzoekers ontdekten dat het gebruik van geautomatiseerde bots op sociale media, ontworpen om de uitkomsten van verkiezingen te beïnvloeden, internationaal heeft toegenomen. Ze concludeerden dat meer actie nodig is om de nationale richtlijnen in verschillende democratieën te versterken vóór de verkiezingen, omdat het geen zin heeft om te wachten “tot nationale rechtbanken de technische details van overtredingen na afloop van een verkiezing of referendum te achterhalen. Het beschermen van onze democratieën betekent dat we de regels van eerlijk spel vóór de verkiezingsdag bepalen, en niet daarna.” Maar in Azië, waar democratieën vaak onvolledig zijn, blijft het handhaven van dergelijke regels een enorme uitdaging. Zowel dictators als pseudo-dictators zouden zich dan moeten houden aan richtlijnen, maar ze zullen zelden worden gestraft voor het negeren ervan.

Naarmate de verkiezingskoorts oploopt, neemt de intensiteit van de tactieken om desinformatie op sociale media te ontwapenen toe.

Thailand

In Thailand bestond de angst dat toenemende censuur op sociale media door de militaire junta de vrijheid van meningsuiting zou beperken tijdens de verkiezingen van afgelopen maand op 24 maart 2019. De officiële resultaten worden in mei van dit jaar bekend gemaakt, maar opiniepeilingen geven aan dat de promilitaire Palang Pracha Rath partij (PPRP) de meerderheid van de stemmen heeft gewonnen, met 8.4 miljoen uit 38 miljoen stembiljetten.

Een artiest ontvangt een roos (een symbool voor degenen die vechten tegen het militaire regime) van iemand uit het publiek tijdens een protest tegen het huidige regime bij het 14 oktober monument. (Bangkok, Thailand, 27 december 2018)

Chonticha Jangrew, 26, houdt een toespraak tijdens een protest tegen het huidige regime bij het 14 oktober monument in Bangkok. (Bangkok, Thailand, 27 december 2018)

Mensen zijn te zien achter repen stof waarop staat “De burgers van Thailand willen verkiezingen,” tijdens een protest tegen het huidige regime bij het 14 oktober monument. (Bangkok, Thailand, 27 december 2018)

Voor het eerst in de geschiedenis van de Thaise verkiezingen, in 2018, kondigde het verkiezingscomité aan dat ze de sociale media accounts van campagnevoerders zouden gaan controleren. Waarnemers zeggen echter dat dit een enorme uitdaging is, niet alleen vanwege de hoeveelheid geplaatste content, maar omdat het eerlijkheid en balans van het comité verlangt. Er bestaat de angst dat het ertoe kan leiden dat sommige posts gecensureerd worden, ook als ze niet foutief of misleidend zijn.

Hoge officieren in het Thaise leger, waaronder opperbevelhebber generaal Chalermchai Sitthisart, hebben hun bezorgdheid geuit over de verspreiding van desinformatie en misinformatie in de aanloop tot de verkiezingen. Maar critici menen dat dit een reflectie is van de manier waarop het Thaise leger, die het land als een de facto dictatuur besturen, de politieke discussie in Thailand wil belemmeren.

In 2019 was Sudarat Keyuraphan, vooraanstaand lid van de oppositiepartij Pheu Thai partij en kandidaat voor minister-president, het slachtoffer van een neppe virale video volgens lokale media.

In het filmpje van 45 seconden zie je zogenaamd hoe ze stil blijft terwijl een man de koning verbaal bedreigt in 2010, een schijnbaar bewijs van ontrouw. Onderdeel 112van de Thaise strafwet bestraft beledigingen, bedreigingen of smaad voor de koning met maximaal 15 jaar gevangenisstraf, zoals onderzocht door Global Ground Media in een eerder artikel.

Als reactie gaf Keyuraphan de video van lage kwaliteit aan bij de politie, met als uitleg dat het digitaal gemanipuleerd was, wat later werd bevestigd.

Kajimoto, van de Universiteit van Hong Kong, zegt dat Thailand het probleem van desinformatie heeft aangepakt door “de interpretatie van bestaande wetten uit te breiden.” Hij voegt toe dat “Thailand zeker een censuurprobleem heeft met betrekking tot verkiezingen.”

Ondertussen legt Gomez uit dat de Thaise overheid de computermisdaadwet uit 2007 (CCA) gebruikt als afschrikmiddel tegen desinformatie gericht op instituten en overheidsambtenaren, door het onwaar te verklaren. “In artikel 14(2) [van de computermisdaadwet] staat dat foutieve informatie die de publieke orde en nationale veiligheid verstoort [een] strafbaar feit is,” zegt hij. “Als gevolg oefenen mensen zelfcensuur uit, evenals de media en de pers.”

 

Indonesië

Het weerleggen van nepnieuws blijft een prioriteit in Indonesië, vooral nu het land zich opmaakt om in april naar de stembus te gaan. Ongeveer de helft van de Indonesische bevolking, rond de 130 miljoen mensen, zijn actief op sociale media en dit aantal groeit jaarlijks met meer dan 20% sinds januari 2017. Een van de meest voorkomende valse beweringen op sociale media in Indonesië is dat sommige kandidaten, waaronder president Joko “Jokowi” Widodo, banden hebben met de verboden Indonesische Communistische partij (PKI).

In januari 2018 richtte Jokowi de National Cyber and Encryption Agency op om desinformatie op sociale media te bestrijden. De autoriteiten werken samen met sociale media platforms om content te verwijderen en blokkeren die ze als schadelijk beschouwen, zoals haat zaaiende en lasterlijke beweringen die de president ondermijnen. Verdachte leden van de Muslim Cyber Army werden afgelopen jaar gearresteerd voor zulke veronderstelde activiteiten.

In januari 2019 gingen valse rapporten rond dat zeven containers met gestanste stembiljetten ter ondersteuning van Jokowi en zijn running mate uit China geïmporteerd waren. Het verkiezingscomité gaf dit vervolgens aan bij de politie, die vaststelden dat er sprake was van nepnieuws, maar niet voordat naar schatting 17.000 gebruikers erover getweet hadden, volgens de Jakarta Post.

Astari Yanuarti, medeoprichter van het anti-nepnieuws educatiebedrijf Redaksi, noemde aan Global Ground Media als lokale strategieën om desinformatie tegen te gaan onder andere digitale geletterdheid onderwijs; feitencontrole bureaus; machines die negatieve content filteren; het openen van publieke rapportagekanalen en wetshandhaving. Maar ze zegt dat de impact van deze acties “niet gezien worden” en dat er geroepen wordt om meer arrestaties van hen die valse onlinecampagnes verzinnen, en zelfcensuur van sociale media platforms in de weken voor een grote verkiezing.

“Indien noodzakelijk [moeten we] toegang tot sociale media zoals Facebook en Twitter ontzeggen tot de verkiezingen voorbij zijn zodat we een vreedzame en schone verkiezing zonder nepnieuws kunnen hebben,” zegt ze in een e-mail aan Global Ground Media. “Striktere regelingen zijn nodig voor sociale media in combinatie met voorlichting zodat burgers sociale media wijselijk kunnen gebruiken en in staat zijn hun mening op een verantwoordelijke manier te uiten.”

Yanuarti is ook van mening dat technologische bedrijven een significante verantwoordelijkheid hebben in het bestrijden van het probleem. “[Ze] hebben een verplichting om hun platforms vrij van nepnieuws, laster en haatzaaiende content te houden,” zegt ze. “[Methodes kunnen omvatten:] het vermogen van AI’s om nepnieuws te filteren verbeteren; het algoritme aanpassen zodat het online ‘echokamers’ kan afbreken; en een speciaal team oprichten die specifieke situaties zoals verkiezingen aanpakt.”

India

India houdt algemene verkiezingen in april en mei 2019, alsmede parlementsverkiezingen die in sommige staten tegelijkertijd plaatsvinden. In januari circuleerde foutieve informatie online over de verkiezingsdata, waardoor het verkiezingscomité genoodzaakt was de posts op sociale media aan te geven bij de politie, meldde the Times of India.

In India zijn in de afgelopen jaren meerdere onafhankelijke feitencontrole bureaus opgericht, waaronder AltNews, Internews, DataLeads en Boom Live. Google heeft ook geïnvesteerd in het trainen van een groeiend netwerk van journalisten in feitencontrole door middel van bootcamps. Ondertussen heeft de regering gesuggereerd wetgeving tegen nepnieuws in te voeren, maar er is nog geen wetsvoorstel ingediend.

Karen Rebelo, een senior journalist bij het feitencontrolebureau Boom Live in Mumbai, vertelde Global Ground Media dat ze zich niet gesterkt voelt door de aanpak van online desinformatie door de overheid. “Ze wekken de indruk dat ze serieus zijn, maar als het er op aankomt zijn ze niet zo effectief, “zegt ze. “We zien dat het probleem erger wordt en we zijn slechts maanden verwijderd van een algemene verkiezing. Ze vragen sociale mediabedrijven om meer te doen, maar ze moeten naar zichzelf kijken. Misinformatie neemt toe vlak voor en na de verkiezingen, maar we zien de impact pas achteraf.”

Ze legt uit dat een van de grote obstakels in de strijd tegen desinformatie het ontbreken van digitale geletterdheid is in dit land van 1.3 biljoen inwoners. “We zitten in een situatie waar mensen naar YouTube gaan en denken dat ze het echte nieuws zien,” zegt ze. “Voor sommige mensen is hun eerste interactie met nieuws op een onbetrouwbare website.”

Filipijnen

Er is een groeiend bewustzijn over de noodzaak van het bestrijden van desinformatie in aanloop tot de tussentijdse verkiezingen in mei 2019. De Filipijnen blijft een broeinest van nepnieuws, deels omdat het een vast potentieel publiek heeft. Filipijnen brengen veel tijd door op sociale media, gemiddeld 3 uur en 57 minuten per dag, volgens een rapport uit 2018 van de het consultancybureau We Are Social uit het Verenigd Koninkrijk.

Kajimoto suggereert echter dat terwijl er stappen zijn ondernomen in de Filipijnen door de oppositie om nepnieuws te reguleren, president Rodrigo Duterte en zijn volgers van mening zijn dat een dergelijke wet niet in het Congres zou worden aangenomen. Kajimoto zegt dat deze afhoudende benadering van de regering tot sociale media in contrast is met hun aanpak van de algemene persvrijheid. “Je ziet pogingen om de persvrijheid te belemmeren, bijvoorbeeld in de arrestatie van Rappler CEO Maria Ressa,” zegt hij. “[De overheid] probeert de media aan banden te leggen, en beperkt daardoor ook hun mogelijkheid om feiten te controleren.”

Filipijnse politicus Manual Roxas, die de strijd voor het presidentschap verloor van Duterte in 2016, is een bijzonder prominent slachtoffer van desinformatie. Afgelopen augustus ontkrachtte de non-profit feitencontrole organisatie Vera Files een onlinenieuwsrapport dat onterecht suggereerde dat Roxas de bevolking had opgeroepen om zich tegen Duterte te verenigen na door de media in het nauw te zijn gedrongen. De organisatie schat dat het bericht zo’n 374.000 mensen bereikt heeft, waarvan sommigen er door een pro-Duterte Facebookpagina naar doorverwezen werden.

Japan

Japan bereidt zich voor op lokale verkiezingen door het hele land medio april. Keizer Akihito zal in dezelfde maand aftreden. Volgens verschillende studies is de algemene dagelijkse consumptie van sociale media lager in Japan dan in andere Aziatische landen. In het land, met een vergrijzende bevolking, voeren traditionele media zoals televisie en kranten nog steeds de boventoon.

Desondanks vertelden bronnen The Japan Times in januari dat de regering van plan is dit jaar online gedragscodes voor Amerikaanse technologiebedrijven in te voeren, als maatregel tegen desinformatie. Volgens het rapport zijn ze ook van plan om Japanse bedrijven te blijven aansporen hun platform effectiever te reguleren. Cruciaal is dat de regering niet van plan is wetgeving tegen desinformatie in te voeren.

Kajimoto legt uit dat online desinformatie niet altijd dezelfde impact heeft in Japan, omdat veel Japanners de traditionele bronnen vertrouwen. Hij haalt de succesvolle campagne van de politicus Denny Tamaki om burgemeester van Okinawa te worden in 2018, ondanks een overdaad van desinformatie tegen hem, aan als bewijs. “Onlinecampagnes zijn relatief nieuw in Japan,” zegt Kajimoto. “We zien wel dat kandidaten online worden aangevallen, maar mensen gebruiken overwegend meer traditionele media,” zegt hij. “Japan heeft een vergrijzende bevolking en dat heeft effect op de dynamiek.”

Algemene trends in Azië

Hoewel elk Aziatisch land unieke kenmerken heeft op dit gebied, zijn er brede trends rond de verspreiding van desinformatie tijdens verkiezingsperiodes die ze verbinden, zoals te zien is in de landenanalyse hierboven:

  • toenemende bevoegdheid voor overheidsinstanties om de verspreiders van desinformatie te straffen;
  • sporadisch politieoptreden tegen valse online actoren, zoals bots of mensen die foutieve informatie verspreiden, gesteund door de overheid;
  • geïntensiveerde gesprekken met lokale vertegenwoordigers van sociale-mediaplatforms om manieren te bespreken om desinformatie aan te pakken;
  • verschillende pogingen, vaak door conservatieve media of online radicalen, om politieke kandidaten in diskrediet te brengen door middel van online lastercampagnes;
  • online lastigvallen van besmeurde kandidaten door individuen en politieke groeperingen;
  • een toename in onafhankelijke, vaak non-profit groeperingen, die optreden als online feitencontroleurs in de aanloop tot grote verkiezingen in de hoop de mediageletterdheid van de bevolking te vergroten;
  • groeiend partnerschap tussen onafhankelijke feitencontroleurs en sociale media bedrijven.

Hoe overheden in Azië online desinformatie voor, tijdens en na grote verkiezingen dit jaar aanpakken, zal de toon zetten voor het politieke klimaat in hun voor het komende decennium, als niet langer.

Het bewijs suggereert dat hoewel sommige oprechte pogingen worden gedaan voor het welzijn van burgers om de verspreiding van nepnieuws tegen te gaan, veel regerende partijen het optreden tegen desinformatie als kans aanpakken om de vrijheid van meningsuiting te beperken.

De strijd om het tij van online desinformatie te keren zal pas een positief effect hebben als overheden in de regio zich richting oprechte democratieën bewegen, met eerlijke en vrije verkiezingen en vrijheid van meningsuiting, zegt Kajimoto. Volgens hem is “het echte probleem dat we hier geen volledige democratie hebben. Deze dingen zouden hand in hand moeten gaan met het bestrijden van desinformatie.”

Druk op technologiebedrijven om het desinformatieprobleem op te lossen neemt toe

Technologiebedrijven staan onder toenemende druk om op te treden tegen desinformatie, soms nog meer dan overheden.

Facebook, met meer dan 2.3 biljoen actieve gebruikers wereldwijd, staat misschien wel onder de grootste internationale druk om desinformatie op hun platform te bestrijden. Mark Zuckerbergs bedrijf heeft lokale werknemers in dienst genomen in Azië om misleidende en gevaarlijke content te bekijken en markeren.

Maar Facebook heeft kritiek gekregen van moderateurs over verslechterende mentale gezondheid als gevolg van de gewelddadige en seksuele content die ze moeten bekijken. Het wordt ook bekritiseerd voor het te veel of weinig controleren van specifieke inhoud in Azië.

Met betrekking tot Myanmar heeft het platform officieel verklaard dat het in november 2018 niet genoeg heeft gedaan om de verspreiding van desinformatie tegen te gaan, met name het aanzetten tot racistisch geweld tegen de Rohingya door een prominente extremistische groep, die waarschijnlijk heeft bijgedragen aan de dood van minstens 10.000 mensen.

Deze erkenning was een grimmige herinnering aan de kracht van sociale media in de verspreiding van gevaarlijke berichten.

Omgekeerd zegt Gomez, van het Asia Centre, dat technologiebedrijven zoals Facebook geconfronteerd worden met een aanzienlijke tegenwerking van sommige Aziatische regeringen op het gebied van desinformatie, soms met overcensurering van inhoud als gevolg. “[Hun] uiteindelijke doel is om technologiebedrijven wettelijk te reguleren en te intimideren om inhoud aan de bron te censureren,” zegt hij. “Dit is de uitdaging waarmee bedrijven als Google, Facebook en WhatsApp momenteel worden geconfronteerd.”

In een belangrijke ontwikkeling wereldwijd, begon WhatsApp in januari met het beperken van het doorsturen van berichten naar vijf mensen tegelijk, uit vrees dat het platform opzettelijk of onopzettelijk werd gebruikt om desinformatie te delen.

Voorheen konden individuele gebruikers berichten doorsturen naar maximaal 20 gebruikers of groepen tegelijk. De versleutelde messaging-service, eigendom van Facebook, heeft met name kritiek gekregen voor het aanmoedigen van groepen die desinformatie verspreiden, omdat het vanwege de gesloten aard niet onafhankelijk kan worden gemodereerd.

De veranderingen werden geïntroduceerd na een rechtszaak in India vorig jaar, na de verspreiding van berichten die leidden tot moorden en pogingen tot lynchings, meldde Reuters. Maar de beperkingen zullen de verspreiding van desinformatie en misinformatie op het platform waarschijnlijk alleen te vertragen in plaats van stoppen.

Article by Rachel Blundy.
Editing by Mike Tatarski and Anrike Visser.
Pictures by Andre Malerba.
Illustrations by Imad Gebrayel.
Map by Fabian Stricker.

Taking you where others don't
Ready to make sense of foreign news?

By subscribing you agree that your information will be transferred to MailChimp for processing in accordance with their Privacy Policy (https://mailchimp.com/legal/privacy/) and Terms (https://mailchimp.com/legal/terms/).